| |
AVIA 01/2003
|
|
|
|
Na jarenlang staat van afzondering heeft de Islamitische Republiek Iran de eerste toenaderingsstappen genomen naar het
Westen, met name op economisch gebied. De economische betrekkingen met de buurlanden en het Westen verdienen ver
betering. De Iraanse luchtvaartindustrie presenteerde haar aandeel in deze inspanningen van 30 oktober tot 3 november
tijdens de eerste Iran Air Show, op Kish Island in de Perzische Golf.
|
|
Het belangrijkste programma en tevens stokpaardje van de lraanse luchtvaartindustrie is de licentie produktie van de
Antonov An-140 uit de Oekraïne. Het prototype van de IRAN-140 Faraaz vloog voor het eerst op 7 februari 2001 in
Isfahan en voerde vele vluchten uit tijdens het vliegprogramma. Tot 2009 is een produktie van 80 exemplaren
|
|
|
van de 52 zits AN-140 gepland. Uit dit regionaal verkeersvliegtuig zal terzijnertijd een heel scala aan versies worden
ontwikkeld. Ondermeer vrachtuitvoeringen, een VIP versie en een 3,8 meter verlengde versie met 68 zitplaatsen. De
Iraanse Luchtmacht (Islamic Republic of Iran Air Force / IRIAF) is gemteresseerd in een transportuitvoering (met
laadklep), een maritieme verkenningsversie en zelts een AEW versie.
KLONEN
Sterk vertegenwoordigd op de expositie waren Iraanse helikopters, die op het eerste gezicht allen sterke
overeenkomsten vertoonden met Amerikaanse types. Vooral het model 2091, een moderne variant van de tweemotorige AH-1J
Sea Cobra, van dit toestel zijn in de jaren zeventig zo'n 100 exemplaren geleverd door de Verenigde Staten. De cockpit
van model 2091 is uitgerust met multifunctionele displays en heeft een versterkte romp gekregen. Ter bescherming van
de bemanning is de cockpit zwaarder bepantserd, zoals bij AH-1J. Het bleek dat de Iraniers succesvol zijn in het
operationeel houden van een groot deel van de oorspronkelijk door de Verenigde Staten geleverde militaire kisten.
Onderhoud en updates worden uitgevoerd door bedrijven, die onderdeel zijn van de Iraanse Luchtmacht. Deze bedrijven
leveren ook de reserveonderdelen. Van de één miljoen onderdelen die jaarlijks nodig zijn om de IRIAF operationeel te
houden wordt 30% door deze bedrijven zelf gemaakt, 30% wordt door toeleveranciers geproduceerd
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
en het restant gekocht in het buitenland. Een andere kloon is de Shahed 278, een helikopter gebaseerd op de Bell 206.
Deze vijfzits helikopter is eenvoudig doordat het toestel simpeler is uitgerust dan het Amerikaanse voorbeeld.
Duidelijke kopieen van de Bell helikopter types zijn de Shabavix (ViI) 2-75 en het model 2061, die uiterlijk
nauwelijks van de UH-l en OH-58 zijn te onderscheiden. Beide types worden door IRAN Helicopter Support &
Renewal Co. (IHSRC) gebouwd. IHSRC is verantwoordelijk voor het onderhoud van de gehele
|
|
|
|
|
helikoptervloot van de Iraanse Luchtmacht. Daaronder vinden we talrijke types zoals de CH-47, SH-3, RH-53 en de
Russische Mi-8 en 17.
TAZARVE
De enige werkelijke Iraanse zelfontwikkeling, welke te zien was tijdens de Iran Air Show, is de straaltrainer HAT-2
Tazarve(Adelaar). De cockpit doet zeer spartaans aan. Als aandrijving is gekozen voor de General Electric J85, bekend
van de F-5. Het staat in ieder geval vast dat met dit project de eerste starren zijn genomen om een eigen
luchtvaartindustrie op te bouwen. Het nabouwen van Westerse types zal steeds meer tot het verleden gaan behoren. Een
star verder in de toekomst is het project Shafagh, welke op de stand van de Malek Ashtar University of Technology te
zien was. Het betreft hier een proefmodel dat zowel in een- als tweezitter gebouwd wordt. Men biedt een keuze uit
verschiliende motoren en uitvoeringen als bijvoorbeeld opleidings of multi purpose fighter. Naast modellen van de
diverse uitvoeringen waren een windtunnelmodel en diverse foto's te zien van de mock-up. Voigens de informatie is de
bouw van de prototypes begonnen. Alle varianten van de Shafagh zullen, volgens officiële bronnen, worden
uitgerust met motoren van de binnenlandse markt. Of daarmee zelfontwikkelde motoren danwel licentiebouw wordt bedoeld
is niet duidelijk.
|
|
|
|
|
|
Het stokpaardje van de Iraanse
luchtvaartindustrie is
de licentie produktie van de
Antonov An-140 uit de Oekraïne
|
|
|
|
|
|
|
BUDDY
Tegenwoordig is de Northrop F-5B/f de belangrijkste jet trainer van de IRIAF. Om de luchtvloot te versterken en om de
in de jagerrol overbodig geworden F-5A/e een zinvolle bestemming te geven, worden de nog aanwezige eenzitters
gerenoveerd en tot tweezitter omgebouwd. Twee van deze toestellen, die met de naam Simourq door het leven gaan waren
te zien. Op de tentoonstelling ontbrak een stand van "de Iraanse Luchtmacht, haar deelname was beperkt met de
aanwezigheid van transportvliegtuigen van het types Fokker F.27 en de C-130 Hercules. Deze werden voor de logistieke
ondersteuning ingezet. De Iraanse industrie heeft een air-ta-air buddytankpod ontwikkeld voor het overpompen van
brandstof tussen gevechtsvliegtuigen.
| |
De vijf meter lange tank wordt alleen onder de F-4E Phantom II gehangen. De Amerikanen leverden 225 F-4's, hoeveel er
daar van over zijn is onduidelijk. Verder waren verscheidene lucht-gründ wapensystemen te zien voor de F-4 en
mogelijkerwijs andere vliegtuigtypes. Daarbij gaat het om van oorsprong Amerikaanse systemen die door de Iraniërs
zijn nagebouwd of aangepast.
RUSSEN
De grootste deelname vanuit het buitenland was afkornstig uit de Oekraïne, Irans partner in de bouw van de
IR.AN-140. Antonov, de staatsvliegtuig- fabriek Charkov en Motor Sitsch waren met een grate expositie aanwezig in de
tenstoonstellings- ruimte. Zelts een AN140 was onderdeel van het vlieg- programma. Op de static display
| |
waren een AN-74TK-300, een Iraanse AN-74T200 waarvan de Iraanse Luchtmacht meer clan 10 exemplaren zal ontvangen en
een AN-124 te zien. Daamaast waren ook Russische concurrenten aanwezig met de Mi-8 / Mi-17 helikopterfamilie en de
vliegtuigfabrieken uit Ulan-Ude en Kazan. Met een levering van meer dan 20 stuks in 1999 en een verdere bestelling van
nog eens 30 stuks met een waarde van $150 milijoen heeft Ulan-Ude een voorsprong op de concurrentie. Een Mi-17-1 met
Iraanse registratie was onderdeel van de static display. De volgende Iran Airshow zal plaatsvinden in 2004. Dan zal
duidelijk worden hoeveel van de nu voorgestelde projecten en prototypen dan in produktie zullen zijn genomen.
Holger Müller en Stefan Büttner
|
| | |